"Zie jij nog porno?", DK 2010

 

Mijn eerste reactie op het moment dat Hans (Donner) dit aan mij vroeg was er een van ongeloof. Wat bedoelt ie in hemelsnaam? Het Bed & Breakfast waar we sliepen had geen dunne wanden, bovendien was ik me van geen kwaad bewust en had mij keurig gedragen. Het geluid dat uit mijn mond kwam (‘huh’?) was voor Hans aanleiding om met zijn hoofd naar voren te knikken en te roepen: “paaiende geep?”.

 

Het laatste half uur was het water op diverse plaatsen het toneel geweest van bruisende golfjes met staarten, vinnen en gepenbekjes. Even plotseling als het begon was het na korte tijd op zo’n plek weer afgelopen. Wát ze ook deden op dat moment, ze werden er hongerig van want steevast als je zo’n plek aanwierp voelde je achter elkaar aanbeten. Het was op een rustig moment dat Hans vroeg of ik nog wat beweging in het water zag.

Locatie: een ondiepe baai aan de kust van het Deense Funen in de buurt van Assens. Aan het eind van deze ochtend in mei liepen we het water in, en al snel voelden we diverse aanbeten. Wij haakten wel wat gepen, maar we verspeelden ze vooral.

Een zeehond dobberde op afstand, en bekeek ons nieuwsgierig. In plaats van er vandoor te gaan, kwam het dier steeds dichterbij. Blijkbaar herkende de zeehond in Hans een echte stekkenpezer want hij zwom enkele malen onder water naar Hans toe, om dichtbij boven te komen en met veel kabaal met zijn staart, op het water te slaan. De situatie werd grimmig toen het nog maar op een hengellengte afstand gebeurde. Vroeger, toen Hans nog niet was afgevallen, had hij van veraf het postuur van een walrus, dat was zeker afdoende geweest om de zeehond te verjagen. Daar hadden we nu echter niets aan. De strapatsen van de zeehond duidden erop dat hij niet van plan was om deze McDonalds onder water zomaar op te geven. Toch was ie opeens verdwenen.

De zon begon door de wolken heen te komen. Er stond niet veel wind. Na enige tijd zagen we duidelijk de plekken waar de gepen aan het paaien waren. Het aantal ‘paaiplekken’ dat we aan de oppervlakte konden zien nam toe, zodat we soms meerdere plekken achter elkaar konden aanwerpen.

Hoewel we wat gepen haakten op grotere patronen als de Pategrissen, waren het vooral vals gehaakte vissen of raakten ze weer los. Vals gehaakte geep heeft de neiging om heel snel rond zijn as te draaien, zodat de leader om en ook in zijn lijf draait en het een soort rollade is die aan je hengeltje trekt. Dat is voor mens en dier niet plezierig. Kortom, we moesten een andere vlieg gebruiken. Kort voor het vertrek had ik nog wat geepvliegjes in de vliegendoos gestopt. Het is een patroontje dat oorspronkelijk door oud lid Johan Suk was bedacht, en na enige ervaringen door Jan Mijinke van wat meer gewicht (koperkraaltje) was voorzien. Eigenlijk een onooglijk oranje dingetje op een klein haakje. Maar wel: bingo! Hoewel we nog steeds gepen verspeelden, nam het aantal gevangen vissen snel toe, en waren zij ook nog eens keurig in het dunne bekje, meer een snaveltje eigenlijk, gehaakt. Dat ze druk bezig waren met het spel der voortplanting bleek regelmatig omdat sommige gehaakte exemplaren dunne sliertjes hom verloren.

Terwijl we tussendoor in het zonnetje een hapje zaten te eten, zagen we overal op het bladstille water weer van die bruisende ronde vlekken, waarin regelmatig dunne snaveltjes en staartvinnen krioelden. Af en toe schoot er een zilveren pijl door de oppervlakte. Een fascinerend en ook optimistisch gezicht, zo hard werd er gewerkt aan het voortbestaan van de geep. Zeeforel kwam eigenlijk niet meer in onze gedachten op, hoewel Hans er wel tussendoor een ving. De gein zat hem vooral in de spanning van de vele aanbeten, en onze pogingen om ze keurig te haken. Het aantal gevangen vissen nam snel toe
Van een afstand werden we door een oudere Deense man en vrouw geobserveerd. Zijgingen er eens goed voor zitten en zaten druk met elkaar te gebaren. Toen we enkele dagen later weer op dezelfde plek aankwamen zat er, ja hoor, een goed winddicht ingepakt ouder stel te hengelen. Het was niet meer zulk mooi weer als tevoren. Een mooie portie geep lag desondanks naast ze. Lekker hoor.

Het bleef niet bij deze twee diehards. Een groep Nederlandse vliegvissers die we al eerder waren tegengekomen stond er ook te vissen. Nou ja, de helft zat op de kant, totdat een dikbuikige heer een fraaie, dikbuikige zeeforel ving. Hans bromde: hoe kan iemand die zó slecht werpt zo’n mooie vis vangen. Tja, soms is het leven eventjes oneerlijk. De rest kwam, door deze mooie vangst, direct het water in, maar raakte blijkbaar wat gefrustreerd door de vangst van enkel wat vals gehaakte gepen. Dat kun je zien doordat ze als een soort bananen door het water worden getrokken. Na gemopper en minachtende gebaren over de gepen, dropen ze na enige tijd weer af. Merkwaardig, hoe sommige vissers zichzelf vrijwillig zo tekort doen.
Eigenlijk een onooglijk oranje dingetje op een klein haakje. Het vissen in Denemarken in het voorjaar biedt dus, zoals een aantal Meivliegvrienden al langer weet, naast zeeforel ook leuke visserij op geep. Enne… dit oranje vliegje blijkt in het voorjaar ook een prima vlieg voor de zeeforel. Het is wel zaak om de leader en eventueel zijlijntje regelmatig te controleren. De gepenbekjes raspen keurige rafeltjes in het nylon, waardoor het zomaar kan gebeuren dat een mooie zeeforel die denkt de gepen te slim af te zijn, wordt gehaakt en vervolgens wordt verspeeld (inclusief jouw oranje succes vliegje..). Ook dan lijkt het leven oneerlijk….. maar: er komen nog genoeg herkansingen!

Maarten Buijs

September 2010

Google Maps