Internationale aandacht voor aalscholverprobleem 2008

Het hiernavolgende artikel is ( gedeeltelijk ) overgenomen uit Hét Hengelblad, het ledenblad van de Vlaamse Vereniging van hengelsport Verbonden. INTERNATIONALE AANDACHT VOOR AALSCHOLVERPROBLEEM De aalscholver is in Europa voor kwetsbare visbestanden, de visserij en de visteelt een groot probleem geworden. In de meeste landen nemen de bestanden van deze visetende vogel nog steeds sterk toe. In Bonn (D) werden van 20 tot 23 november j.l. twee verschillende bijeenkomsten gehouden om te komen tot een gezamenlijke Europese aanpak van dit probleem.

Uit beide bijeenkomsten kwam een duidelijk signaal naar de Europese Unie en de Europese landen om tot een internationaal beheer van de aalscholverbestanden te komen. De eerste bijeenkomst was een internationale workshop onder de auspiciën van de EIFAC. Dit is het Europese adviesorgaan op het gebied van de binnenvisserij van de voedsel- en landbouw-organisatie van de Verenigde Naties. Verschillende visserijspecialisten uit 12 Europese landen en Israel deden verslag van de situatie van de aalscholver en de effecten van deze vogel op de visbestanden en de viskweek in hun land. In sommige landen is inmiddels sprake van een gelegitimeerde bestrijding van deze vogel, met overigens geen merkbaar effect op de afname van de aalscholvers. Zo worden in Frankrijk jaarlijks 40.000 aalscholvers afgeschoten, terwijl de populatie daar nog steeds toeneemt. Naast schade aan de visserij en kwetsbare visbestanden als vlagzalm en aal, wordt door de aalscholver ook grote schade toegebracht aan de extensieve visteelt in verschillende Europese landen. Hierdoor komen belangrijke cultuurlandschappen, de zogenaamde "wetlands" ernstig in gevaar omdat viskwekers hun bedrijven opdoeken en hun natte "akkers" droogleggen om daarop aardappels of maïs te gaan verbouwen. De aalscholver is een grensoverschrijdend probleem. Zo overwintert een groot deel van de Nederlandse en Deense aalscholvers in andere Europese landen. Indien niets aan het broedsucces van de aalscholver wordt gedaan, staat massaal afschot gelijk aan "dweilen met de kraan open". De werkgroep deed daarom de volgende aanbevelingen: De Europese aalscholverpopulatie veroorzaakt in zijn huidige omvang een aanzienlijke ecologische en economische aan de visstand, aquacultuur, beroeps- en sportvisserij. EIFAC zal richting FAO ( voedsel en landbouw-organisatie der Verenigde Naties ) en andere internationale organisaties de aalscholver op de agenda moeten zetten. Er is dringend behoefte aan een Aalscholver Management Plan. Een op te stellen Managementplan moet aansluiten bij bij bestaande Europese richlijnen zoals Paris Convention, WFD en Natura 2000. Aanpak van het aalscholverprobleem vereist een Europese aanpak. Geïsoleerde aanpak binnen de verschillende landen zal moeten worden omgezet in een Europees Aalscholver Management Plan. Niet het bejagen, maar het voorkomen van nieuwe kolonies en het verminderen van het broedsucces wordt als oplossing van het terugdringen van de aalscholverpopulatie gezien Voor de langere-termijn oplossing van het conflict met de aalscholver zullen wateren weer meer natuurlijk moeten worden. De aalscholver moet in de EU Vogelrichtlijn weer een bejaagbare soort worden ( zonder de nu noodzakelijke ontheffingen )Zefs natuurlijke wateren getroffen. De tweede bijeenkomst over de aalscholver betrof een internationaal symposium dat door het Deutscher Fischerei - Verband (DFV) was georganiseerd. Het DFV is de overkoepeling van de Duitse sport- en beroepsvisserijorganisaties alsmede de viskwekers. Circa 100 personen uit zeven Europese landen, waaronder ook Duitse politici, gaven acte de présence. Ook hier deden wetenschappers en visserijdeskundigen uit de diverse landen verslag van de schade die door de aalscholver werd veroorzaakt en welke ingrepen in de aalscholverbestanden werden gedaan om die schade te beperken. Zeer overtuigend werd de schade in beeld gebracht die door de aalscholver onder de vlagzalmbestanden in natuurlijke bergriviertjes wordt veroorzaakt. Deze bestanden zijn soms tot nog maar een paar procent van het historisch niveau gereduceerd! Daarmee werd duidelijk dat de schade door aalscholvers zich niet meer tot de sterk verbouwde en onnatuurlijke wateren beperkt. Ook natuurlijke, meanderende en sterk begroeide beken zijn steeds meer aan de beurt. In de Duitse deelstaat Schleeswijk Holstein is Sabine Schwarten z.g. "Fischwirtschaftsmeisterin". Zeg maar gediplomeerd deskundige op het gebied van de (beroeps)visserij. Vanuit die functie heeft zij een vergunning om in de periode tussen augustus en maart aalscholvers te verjagen en ook af te schieten. Deze vergunning is afgegeven omdat de visstand in de Eutiner See (een groot en diep meer} behoorlijk is gereduceerd sinds troepen aalscholvers variërend in grootte tussen 20 en 50 exemplaren meerdere keren per dag op jacht gaan.Sabine is dagelijks zo'n vijf uur op het water aanwezig. Vroeger moesten de afgeschoten aalscholvers meteen voor onderzoek worden aangeboden, maar nu mag ze zelf de aalscholvers "opereren" om te bekijken wat ze zoal eten. En daarbij ziet ze voor het eerst wat aalscholvers zoal naar binnen werken. Bij deze aalscholvers trof ze o.a. een snoek van 40 cm. aan, 2 snoekbaarzen van 42 cm. en een baars van 350 gram.Daarmee is volgens Sabine aangetoond dat aalscholvers behalve palingen ook andere belangrijke vissoorten wegvreten. Volgens Sabine zijn de aalscholvers er de oorzaak van dat de palingen bijna zijn verdwenen en gaat het met andere vissoorten ook die kant op. Met een vergunning om aalscholvers af te schieten is weliswaar een stap in de goede richting gezet, maar is met afschieten alleen het aalscholverbestand niet meer te reguleren. Slechts kort nadat Sabine de vogels heeft verjaagd en enkele exemplaren heeft afgeschoten, keert de troep alweer terug op het meer. Effectiever zou het zijn om in te grijpen in de broedkolonies, bijvoorbeeld door eieren te besproeien met paraffine, zoals ook in Denemarken wordt gedaan. Maatregelen In de presentaties van met name Denemarken en Zwitserland kwamen de volgende beheersmaatregelen van de aalscholverpopulatie naar voren: Oliën van de eieren om het broedsucces te verkleinen. Voorkomen van vestiging van nieuwe kolonies. Bejagen van broedparen daar waar geen nieuwe kolonies worden getolereerd. De Europese Unie werd aan het eind van dit symposium opgeroepen om: Ervoor te zorgen dat de aalscholverbestanden in Europa met 50 % worden gereduceerd. Een gezamenlijk Europees beheersplan voor de lange termijn op te stellen die de aalscholverpopulaties duurzaam in het cultuurlandschap integreert, zonder de Natura 2000 doelen op het gebied van vissoorten en water - ecosystemen in gevaar te brengen. Afschot aalscholvers Als dodende methode wordt het afschot het meest toegepast. Het doden van aalscholvers met het oog op populatiegroeicontrole wordt reeds toegepast in Denemarken, Noorwegen, Tsjechië, Polen en Zweden.In Frankrijk is een afschotplan van 40.000 aalscholvers per jaar (30% van de winterpopulatie) goedgekeurd.In zeven deelstaten van Duitsland mogen er aalscholvers worden afgeschoten:Niedersachsen, Nordrhein - Westfalen, Schleeswijk - Holstein, Thüringen, Baden - Würtemberg, Bayern en Brandenburg. Maar indien niets wordt gedaan aan het broedsucces staat afschot gelijk aan "dweilen met de kraan open". De aalscholver dient opgenomen te worden onder de soorten die bestreden kunnen worden.Een aanvraag voor afschot moet mogelijk zijn indien andere preventieve maatregelen niet het gewenste resultaat opleveren. En nu maar hopen dat er voldoende politieke moed is om het natuurbeheer niet te laten stoppen bij het wateroppervlak, maar dat ook vissen als levende wezens worden beschouwd die deel uitmaken van het natuurlijke evenwicht. Jan Bolt

Google Maps